· 

Weer in beweging komen!

Overgang, slome slak, zadeltassen kweker…..

Ik geef toe, mijn marathonlijf heeft wat rugtasjes gekregen, ik heb gewoon geen zin, tis me te koud en meer van dat, soort van goed Ik gesprekken.

 

De stijgbeugels aan en weer beginnen, een fast food challenge kan je ook een boost geven maar toch. Dat bewegen, dat hoort er gewoon bij als je geen oud, rimpelig, vadsig oud vrouwtje of menneke wilt worden. Hoe doe je dat?!

 

Via deze weg een leuk filmpje

 

foto Unsplash: ahmad-odeh

Bewegen & trainen

Bewegen en trainen (of sporten) zijn niet hetzelfde, ze liggen in elkaars verlengde. De 

verschillen liggen vooral in het doel en in de intensiteit van de activiteiten. Dagelijks aan 

beweging doen helpt je lichaam en brein om beter te functioneren. Het heeft een positief effect 

op je conditie, je bloeddruk, je stemming en je geheugen. Hoe meer lichaamsdelen je in je 

beweging betrekt, hoe beter. 

1. Bewegen

Bewegen doe je over het algemeen de hele dag door en vindt in meer of mindere mate ‘vanzelf’ 

plaats: door te lopen, gaan staan of zitten, wandelen, afwassen, een band op te pompen. 

Net als eten en drinken, is bewegen een basisbehoefte van het lichaam. Het zorgt voor 

ontspanning en houd je spieren en gewrichten soepel. Zodra iemand door omstandigheden niet 

meer kan bewegen (gebroken been), vermindert de algehele conditie en nemen spiervolume en 

spierkracht van dat been af. Als dat lang duurt verslechteren ook allerlei andere 

lichaamsfuncties zoals bijvoorbeeld het geheugen. 


👉🏻 Beweeg ieder half uur een paar minuten

Ga ieder half uur even een paar minuten flink bewegen, liefst buiten. Zwaai bijvoorbeeld 

even flink met je armen. Bij nuchter oefenen komen stoffen vrij die het herstel bevorderen. 

Wanneer je niet erg vermoeid bent en bewegen geen trainen is, kan het rustig iedere dag. 

Wat kun je zoal doen om meer te bewegen

o Wandelen

o De hond uitlaten

o Op de fiets gaan in plaats van met de auto

o Fietsen op een hometrainer

o Dansen

o Zwemmen

o Wii-fit

o Yoga

o In de tuin werken

2. Van buiten word je beter!

 De natuur heeft een gunstige uitwerking op het herstel van stressklachten. Mensen die in de 

natuur wandelen, herstellen sneller dan mensen die door de stad wandelen en ook sneller dan 

mensen die binnen proberen te ontspannen. 

 

Niet alleen kijken, ruiken, voelen en luisteren in de natuur is goed voor je herstel. Zelfs het 

kijken naar natuur door een raam of op een foto of video heeft een aantoonbaar positief effect. 

Het leidt bijv. tot bloeddrukverlaging en vermindering van spierspanning. 

 

Hoe meer je geniet van de natuur, des te gunstiger is het effect op de stressfysiologie.

 

foto Unsplash: karsten-winegeart

👉🏻 Kwalitatief wandelen

Bij kwalitatief wandelen ligt het accent niet op de sportieve prestatie, maar op de 

kwaliteit van wat je ervaart. Doe het dagelijks

o in een rustige omgeving, liefst in de natuur, een park is beter dan een winkelstraat 

o met aandacht voor wat je ziet, hoort en ruikt

o terwijl je bewust geniet van je omgeving

o in je eigen ritme en tempo.


2. Trainen

Je herhaalt bepaalde bewegingen en gaat door tot aan, of juist net over de vermoeidheidsgrens. 

Hiermee bouw je conditie en spierkracht op. Het idee is dat je lichaam de energie en ‘schade’ 

compenseert door zich te herstellen tot een iets hoger niveau dan het uitgangsniveau. Deze 

supercompensatie treedt op wanneer de hersteltijd na de training lang genoeg is om die 

opbouw te laten plaatsvinden en wanneer tegelijkertijd de periode tussen de trainingen niet zó

lang is dat de gunstige effecten ervan alweer verdwenen zijn. Hoeveel hersteltijd je nodig hebt, 

is onder andere afhankelijk van de intensiteit van je inspanning, je getraindheid en je 

trainingsleeftijd.

 

Bij gezonde mensen komt het vaak neer op trainen om de 48 uur. 

Trainen = gas geven!

Hoewel je trainen waarschijnlijk niet in verband brengt met ‘stress’ (zoals in: ‘een gevaarlijke 

situatie’), geeft je stresssysteem tijdens de inspanningen wel extra gas. Dit is de manier van je 

lichaam om aan de extra energie te komen. Hoe meer je je inspant, hoe meer gas je geeft, hoe 

gestrester je lichaam is.

 


Die toename van stress in je lichaam is niet erg en het wordt daarom ‘positieve’ stress 

genoemd. Je hebt het nodig om te kunnen presteren en je voelt je er goed bij. Maar het is ook 

goed om je er bewust van te zijn dat er een addertje onder het gras zit: die positieve stress kan 

omslaan in negatieve stress, waarbij je je lichaam te veel belast. Als je bijvoorbeeld na een 

stressvolle werkdag in de sportschool gaat trainen tot je helemaal leeg bent, is dat misschien 

wel een fijne manier om je hoofd leeg te maken, maar zorg je ook voor een nieuwe stressaanslag op je lichaam.

 

Als je dat regelmatig doet, krijgt je lijf te weinig tijd om bij te tanken en 

ondermijnt het sporten juist je gezondheid. De regel is: intensief sporten/trainen doe je als je

gezond en niet al te gestrest of vermoeid bent. Daarbij let je erop dat je voldoende hersteltijd in 

je trainingsschema opneemt.


Uit onze meerdaagse HRV-metingen blijkt dat intensief sporten in de avond de 

slaapkwaliteit nadelig kan beïnvloeden. Doordat de stresshormonen langdurig 

circuleren, duurt het lang voordat het herstel goed op gang komt. Stressvolle 

werkdagen in combinatie met intensief sporten lijkt dus misschien een goeie combi, 

maar kan leiden tot meer stressklachten en toenemende uitputting.

 

Zowel bewegen als trainen moeten dus gericht zijn op ‘de juiste maat’ en op variatie. Wat voor 

jou de juiste maat is, hangt af van je lichamelijke toestand, leeftijd en conditie. Als je lichte 

stress/vermoeidheidsklachten hebt en een goede conditie, kan je veel meer aan dan als je ziek 

of uitgeput bent als gevolg van langdurige stress of overbelasting. In het eerste geval moet je 

wellicht afgeremd worden, of zou je meer variatie kunnen aanbrengen. Vermoeide en 

uitgeputte mensen moet wel bewegen, maar op een rustige manier zodat het stresssysteem 

niet (opnieuw) over de kling wordt gejaagd. Dit noemen we herstelbewegen. 

Herstelbewegen

Bij herstelbewegen kom je van de bank of uit je stoel, maar span je je gedoseerd in en het

herstel van je lichaam ná de inspanning is net zo belangrijk als het bewegen. Door de activiteit 

steeds te laten volgen door een rustperiode, waarbij je je bewust ontspant, leer je je lichaam 

hoe het sneller kan herstellen en raak je op den duur minder snel moe. 

 

 

Als je na je een oefening meer dan 48-72 uur slap en beroerd voelt, ben je over je grenzen 

gegaan en heb je last van post exertional malaise (PEM). Je ervaart een aanzienlijk vermindering 

van energie, die gepaard kan gaan met klachten als spierpijn, gewrichtspijnen, brainfog, 

hoofdpijn en nog andere klachten. Dit bevordert je herstel niet, maar put je juist verder uit en 

moet je zien te voorkomen. Probeer vooruitgang te boeken door regelmatige korte afwisseling 

van in- en ontspanning en door het variëren van de bewegingen. PEM kan overigens ook 

optreden na te veel mentale inspanning.

 

 

 

foto: craig-chitima-nkdLrnU88_A-unsplash


3. Houd je hartslag en de tijd in de gaten

Om te voorkomen dat je te veel doet, kun je je hartslag en de tijd in de gaten houden. Houd je 

hartslag binnen een bepaalde (lage) zone. Dat betekent dat je een tempo aanhoudt waarbij je 

nog kunt praten. Je kunt de optimale inspanningshartslag zelf uitrekenen, of samen met een 

deskundige personal trainer vaststellen wat voor jou het beste is.

Bereken je inspanningshartslag

Zelf je inspanningshartslag berekenen doe je als volgt: uitgangspunt vormt de 

maximale hartslag van 220. Daar trek je je leeftijd vanaf: dat is je maximale 

trainingshartslag (trainen op deze hartslag houd je maar kort vol). Als je 40 jaar bent 

en je gaat herstelbewegen op 60% van je maximale trainingshartslag, moet je volgens 

deze norm een hartslagfrequentie aanhouden van 220-40=180 x 0,6 = ca. 108 

hartslagen per minuut.


We onderscheiden twee fases bij herstelbewegen: in de 1e fase begin je met bewegen en 

rusten. In de 2e fase is het bewegen iets intensiever en ga je korte piekbelastingen toevoegen

 

Fase 1

Algemeen: ga dagelijks wandelen, fietsen of zwemmen en houd daarbij je hartslag en de tijd in 

de gaten. Houd een tempo aan waarbij je nog kunt praten. Zo vermijd je dat er verzuring in je 

spieren optreedt. Dat kun je er nu even niet bij hebben. Na de sessie drink je een glas water en 

neem je minstens 20 minuten rust.

 

  • Hartslagzone: 60% van je maximale trainingshartslag.
  • Duur: begin je met 10 minuten per keer en doe er gedurende 8 weken elke week 2 minuten bij, maar alléén als je daarna niet te vermoeid bent (en er geen PEM optreedt). Wie meer energie heeft, kan starten met 15-30 minuten.
  • Wat: kies voor iets wat je alleen doet, zoals wandelen, fietsen of zwemmen.
  • Hoe vaak: start om de dag en als het goed gaat iedere dag
  • Hoe laat: het beste in de ochtend, niet na 14:00 uur

foto: artur-luczka-OPeSKKUMva4-unsplash


Als je klaar bent, voelt je lijf actief aan. Je hartslag is hoger, je zweet een beetje, je ademhaling 

gaat sneller. Dat is goed. Drink wat water, stretch je spieren en probeer ze bewust te 

ontspannen. Dit is ook een goed moment voor een oefening langzaam ademen.

 

Zie hiervoor ook deze blog over Ontspannen. 

Door inspanning af te wisselen met actieve ontspanning, leert je lichaam hoe het zich snel kan 

herstellen. 


De ideale drilsergeant!

In veel sportscholen houden trainers weinig rekening met energiegebrek of vermoeidheid. Met 

de beste bedoelingen moedigen ze je aan om je vermoeidheid te negeren en over je grenzen te

gaan. Als dat lukt, komt dat doordat je veel extra stresshormonen aanmaakt, zoals adrenaline 

en cortisol. Maar dit put je juist extra uit en waarschijnlijk houd je het niet lang vol. Laat je dus 

begeleiden door een trainer die verstand heeft van sporten met vermoeidheid.

Fase 2: Het bewegen iets intensiever en ga je korte piekbelastingen toevoegen

 

Als fase 1 goed gaat, word je herstelvermogen sterker. Je kunt dagelijks 30-45 minuten minuten 

herstelbewegen. Houd goed in de gaten of je voldoende herstelt. Dan is het tijd om je 

herstelvermogen extra te prikkelen. Je gaat -naast de dagelijkse beweging- om de dag een 

intervaloefening doen.

 

  • Wat: ga tijdens je activiteit korte stukjes maximaal intensief bewegen (10 seconden), zodat je hartslag flink omhooggaat. Daarna ga je weer in een rustig tempo verder. Na vijf minuten herhaal je dit, in totaal doe je het drie keer.
  • Hoe: Tijdens die 10 seconden moet je je zo intens mogelijk inspannen. Door bijvoorbeeld zo hard mogelijk te rennen, zo snel mogelijk de trap op en af te gaan, of door op de plaats intensief te bewegen: zoals met je armen zwaaien en te lopen terwijl je je knieën hoog optrekt
    Deze hele oefening duurt 20 minuten en 30 seconden:
    5 minuten bewegen - 10 seconden intensief - 5 minuten bewegen - 10 seconden intensief - 5 minuten bewegen - 10 seconden intensief - 5 min bewegen.

    Erna rust je minimaal 20 minuten uit, waarbij je je spieren bewust ontspant en rustig ademhaalt.
  • Hoe vaak? doe deze interval-oefening om de dag (3-4 keer per week), naast dagelijks 30-45 minuten herstelbewegen.

foto: gentrit-sylejmani-JjUyjE-oEbM-unsplash

4. Krachttraining

Om je spieren te versterken kun je nu ook beginnen met niet-intensieve krachttraining: belast je 

buik- en rugspieren in 3 korte reeksen van 8-10 herhalingen. Houd het kort en wees niet 

fanatiek!

5. Tai Chi of Qi Qong

Zowel Tai Chi als Qigong richt zich op het cultiveren en beheersen van je innerlijke energie (Qi). 

Beide zijn heel geschikt om de fysieke en geestelijke gezondheid te verbeteren en zijn goed

toegankelijk.

 

Er hoeft niets gekocht te worden, het zijn veilige vormen van lichaamsbewegig die

in de kern heel simpel en makkelijk zijn te leren.

 

Wetenschappers adviseren Tai Chi en Qigong 

wegens de gezondheidsbevorderende en immuunversterkende effecten.

 

Je leert spanning los te laten, je houding verbeteren, je lichaamsbalans verbeteren en je wordt 

je bewuster van jezelf ten opzichte van je omgeving en bewuster aanwezig te zijn (mindfulness).

Youtube staat vol met video’s waar je zou kunnen starten met oefenen, zie ook bij Meer 

Informatie.

 

 

foto: kevin-olson-QXkoms0AnIo-unsplash

6. Werken aan je conditie

Conditie bouw je op door op tempo te lopen waarbij je doorgaat tot net over je 

vermoeidheidsgrens. Na het bereiken van deze bovengrens zal je lichaam herstellen tot een iets 

hoger niveau in vergelijking met je uitgangsniveau. 

Train niet elke dag, maar zo ongeveer om de twee dagen. Na elke sessie las je minstens een dag 

rustpauze in. Die rust is essentieel, want door te korte tussenpozen put je jezelf uit. Door te 

lange tussenpozen bouw je dan weer geen conditie op. In het begin is 2 keer per week trainen 

genoeg, met de nodige rustpauzes ertussen. !


Bij conditietraining vergroot je je uithoudingsvermogen vooral door je hart te belasten. Iemand 

met een slechte conditie heeft een klein hart met meestal een wat hogere hartslagfrequentie in 

rust. Iemand met een goede conditie heeft een groter hart dat minder slagen nodig heeft om 

bloed rond te pompen. Je conditie wordt vanzelf minder naarmate je ouder wordt. Dit heeft 

onder meer te maken met het feit dat de maximale hartslag- frequentie afneemt met de 

leeftijd.


Baby steps....

Een baby heeft bij de geboorte meestal een hartslagfrequentie van 220 slagen per minuut. 

Gemiddeld genomen neemt de maximale hartslagfrequentie met één slag per jaar af. Iemand 

van 50 jaar heeft dus meestal een maximale hartslagfrequentie van rond de 170. 

 

Trainen met een hartslag van 60% tot 80% van je maximale hartslagfrequentie heeft het meeste 

positief effect op je conditie. De meest gunstige marge voor gezonde personen ligt tussen de 

60% en 70%. In deze fase houd je dus het beste deze marge als norm aan. Als je je vanaf het 

begin van de training al vermoeid voelt, ga je er iets onder zitten. 

 

Ongeveer 30-45 minuten trainen is genoeg. Waak erover dat je lichaam voldoende herstelt op 

de dagen dat je niet traint. Als je te vermoeid blijft, wacht dan nog een dag en train de volgende 

keer minder intensief. 

7. Warming-up

Voorafgaand aan het trainen is een ‘warming-up’ nodig, vooral bij ongetrainden. In rust of bij 

matige inspanning zit het grootste deel van het bloed (en dus zuurstof) in de organen. Een nier 

bijvoorbeeld bevat in rust zo’n 25% van de totale hoeveelheid bloed. Dit bloed moet naar de 

spieren vervoerd worden en daar is een aantal minuten voor nodig.

 

Een ‘warming-up’ bestaat 

uit een rustige inspanning waar veel lichaamsdelen bij betrokken zijn en daarnaast uit enige 

stretching. De warming up is bovendien een goed moment om even bewust stil te staan bij de 

ademhaling.

 

Het is aan te bevelen tijdens een training zo lang mogelijk rustig en diep te blijven 

ademen.

 

Als je bij het begin van de training een paar minuten een oefening langzaam ademen doet, houd 

je de training makkelijker vol.

 

Dat gaat zo:

👉adem in tijdens 4 passen
👉adem uit tijdens 6 passen

Hierdoor stijgt het koolzuurgehalte in je bloed en krijgen je spieren (gek genoeg) méér zuurstof 

ter beschikking.

foto: timo-volz-ZlFKIG6dApg-unsplash

8. Cooling down

Dit is een noodzakelijke, rustige afbouw van de trainingsactiviteit om het lichaam weer aan het 

normale ritme te laten wennen. Streching en rustig bewegen van de gebruikte spieren gaan 

verzuring tegen.

 

Overweeg je om deel te nemen aan groepslessen bij een sportschool, houd er dan rekening 

mee dat de intensiteit meestal vrij hoog ligt. Trainers volgen algemene richtlijnen voor 

conditieverbetering en dat is voor jou mogelijk te zwaar. 

 

Als je aan het einde van de dag traint, houd dan rekening met de dingen die je eerder die dag 

deed. Heb je een drukke (stressvolle) dag gehad, kies dan voor herstelbewegen. Ben je loom en 

heb je niet zo veel gedaan, dan is een intensievere beweging (training) juist beter voor je. 

 

👉Luisteren naar jezelf i.p.v. die knappe trainert is al een hele kunst op zich!


foto: vika-wendish-MCM_88U2DIs-unsplash

Meer informatie:

Bezoekje aan de Website kan je van nog meer informatie voorzien!

o Sportrusten (Koen de Jong)

o Nederland in Beweging (MAX)/ YouTube

o Ideas.TED.com: Here’s how I finally got myself to start exercising

o Tai Chi oefeningen

o Daily Qigong withDon Fiore (Engelse toelichting, 20 minuten oefeningen)/ Apps

o Ommetje

o 7minute workout

 

Boeken

o Laat je hersenen niet zitten, Erik Scherder.

o Bewegen kan altijd. Wilma Wouters. Een boekje vol met praktische beweegoefeningen voor op je werk

 

Van buiten word je beter is een essay over de relatie tussen natuur en gezondheid. Agnes van den Berg en Magdalena van den Berg

CSR-centrum