· 

In 4 vragen naar geluk en vrijheid

Voordat je met de vier hoofdvragen van Byron Katie aan de slag gaat, schrijf je op een werkblad de antwoorden op de hiernavolgende beginvragen, die betrekking hebben op één of meerdere personen, op de wereld, het leven in het algemeen of op concrete situaties, zoals geld- of werkproblemen. 

 

Het werkblad dient uitgebreid en onverbloemd, eerlijk en ongecensureerd te worden ingevuld. Het is goed om daarbij kritisch, scherp, kinderachtig en pietluttig te zijn. Je kunt schrijven met de spontaniteit van een kind dat verdrietig, boos, in de war of angstig is en zonder wijs, spiritueel of aardig te zijn. De gevoelens (woede, haat, verdriet) kunnen zichzelf uiten, zonder angst voor de gevolgen of een straf die boven je hoofd zou hangen. Ook is het van belang om het neer te schrijven, omdat ons denken ons anders te slim af is. 

 

Byron Katie schrijft: “Voordat je het door hebt, zal het denken een ander verhaal inschieten om te bewijzen dat het gelijk heeft. Hoewel het denken zichzelf sneller dan het licht kan rechtvaardigen, kan dit proces worden gestopt door te schrijven. Als het denken op papier tot stilstand wordt gebracht, blijven de gedachten stabiel en kunnen ze gemakkelijk onderzocht worden.” 

 

foto Unsplash David Pisnoy

Om te beginnen

De beginvragen: 

1. Wie maak je boos, verdrietig of stel je teleur? Wat is het aan hen dat je niet aardig vond of vindt? 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

 

2. Wat wil je dat er aan hen verandert? Wat moeten ze volgens je doen of juist niet doen, zijn, denken of voelen? 

 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

3. Heb je iets van hen nodig? Wat moeten ze je geven of voor je doen om het je naar de zin te maken? 

 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

4. Wat vind je van hen? Maak een zo’n lang mogelijke opsomming. 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

 

 

 

5. Wat wil je nooit meer meemaken met die persoon, met dat ding of in die situatie? 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

De 4 vragen....

Op alle spontane hierboven gegeven antwoorden kunnen vervolgens de vier hoofdvragen worden toegepast, evenals de omkering. 

 

De vier hoofdvragen: 

1. Is het waar? 

 

(Wees stil. Als je echt de waarheid wilt weten, komt het antwoord op deze vraag vanzelf naar boven. Een appèl wordt gedaan op een dieper innerlijk weten. Het kan zijn dat de waarheid niet overeenstemt met alles wat je hier vóór hebt bedacht.) 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

2. Kun je absoluut weten dat het waar is? 

 

(Het gaat om antwoorden die liggen onder wat we denken te weten. Luister daarbij niet naar mogelijke antwoorden van anderen en niet naar antwoorden die je hebt geleerd. Het kan een gevoel geven dat je zich op onbekend terrein begeeft.) 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

3. Hoe reageer je als je die gedachte hebt? 

 

(Maak er een lijstje van, kijk bij jezelf naar binnen, bedenk hoe je zichzelf in die situatie behandelt en hoe daarbij je gevoelens en lichamelijke reacties zijn.) 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

4. Wie zou je zijn zonder die gedachte? 

 

(Stel dat je niet zou kunnen denken. In ieder geval heb je niet de gebruikelijke gedachte bij de interactie met die bepaalde ander. Neem de tijd en kijk wat zich aan je openbaart.

 

Wat zie je en hoe voelt dat? Hoe is de situatie veranderd? Hoe zou je leven veranderd zijn zónder het gebruikelijke mentale construct?) 

 

Hieraan verwante vragen zijn: Kun je een reden vinden om die gedachte los te laten? Of: Kun je een stressvrije reden vinden om die gedachte vast te houden? 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

 

 

En: Keer het om! 

Pas je oordeel over de ander nu toe op jezelf. Bijvoorbeeld: 

“Ik heb een hekel aan Paul omdat hij niet naar me luistert”, kan worden omgekeerd als: 

“Ik heb een hekel aan mezelf omdat ik niet naar Paul luister” of 

• “Ik heb een hekel aan mezelf omdat ik niet naar mezelf luister” of 

• “Paul hoeft niet naar me te luisteren.” 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………… 

foto Unsplash Lilyan Pestova

Byron Katie

In hoeverre zijn deze omkeringen van toepassing? Byron Katie schrijft: 

 

‘Vraag je af of de omgekeerde uitspraak net zo waar of meer waar is dan de oorspronkelijke uitspraak. De omkering ‘ik zou aardig moeten zijn tegen mezelf’ lijkt net zo waar of meer waar als de oorspronkelijke uitspraak, want als ik denk dat Paul aardig tegen mij moet zijn, word ik boos en wrokkig en bezorg ik mezelf een hoop stress. Dat is niet aardig. Als ik aardig was tegen mezelf zou ik niet hoeven wachten op vriendelijkheid van anderen. […] Ik moet met mezelf beginnen en me gedragen zoals ik wil dat Paul zich gedraagt. […] Zelfrealisatie is niet compleet tot zij leeft in daden. Breng de omkeringen in de praktijk. Als je ziet hoe je anderen hebt verteld wat ze moesten doen, ga dan terug en maak het goed en laat ze weten hoe moeilijk het voor jou is om te doen wat je vond dat zij moesten doen. Vertel ze hoe je ze hebt gemanipuleerd en bedrogen, hoe je boos werd, seks gebruikte, geld gebruikte en schuldgevoel gebruikte om te krijgen wat je wilde. […] Anderen deelgenoot maken is ook een krachtige manier die ik heb ontdekt om de realisatie tot uiting te laten komen. […] Als ik toch nog iemand kwetste, vertelde ik die persoon meteen waarom ik dat had gedaan, wat ik bang was om kwijt te raken of wat ik van hem wilde; en dan begon ik opnieuw, altijd met een schone lei.’

 

 Op deze wijze houd je zich niet bezig met andermans zaak. Door dit type onderzoek is het mogelijk dat je in een andere gemoedstoestand komt, waarbij je bijvoorbeeld de woede van de ander niet meer persoonlijk hoeft op te vatten. 

 

Na de eerste omkering kunnen vervolgens de ander zinnen van het werkblad systematisch worden onderzocht en ook worden omgekeerd. 

We willen vaak dat de realiteit anders is dan zij is, stelt Katie. Maar ‘dan kun je net zo goed proberen een kat te laten blaffen. Je kunt het blijven proberen en uiteindelijk kijkt de kat je aan en zegt ‘Miauw.’ Willen dat de realiteit anders is, is hopeloos. Dan blijf je je hele leven proberen een kat te laten blaffen. […] The Work laat je zien dat wat jij vindt dat niet had moeten gebeuren, wel moest gebeuren. Het moest gebeuren omdat het gebeurd is, en wat je ook denkt, niets kan dat veranderen. Dat betekent niet dat je het over je kant moet laten gaan of het moet goedkeuren. Het betekent alleen dat je de dingen zonder weerstand kunt zien en zonder de verwarring van je innerlijke strijd. […] Ik ben een liefhebber van wat is, niet omdat ik een spiritueel mens ben, maar omdat het pijn doet als ik vecht tegen de realiteit. We kunnen weten dat de realiteit goed is zoals zij is, omdat we spanning en frustratie ervaren als we ertegen vechten. Het voelt onnatuurlijk en onevenwichtig aan. Als we ophouden ons tegen de realiteit te verzetten, wordt ons handelen eenvoudig, flexibel, vriendelijk en onbevreesd. […] Veel van onze stress wordt veroorzaakt doordat we mentaal niet in onze eigen zaak leven.’ 

We bemoeien ons veel te veel met de ander vanuit mentale constructies over hoe de ander moet zijn en hoe hij zich moet gedragen. Dat leidt tot verwijdering. ‘Als ik mentaal in jouw zaak zit, zorgt dat ervoor dat ik niet aanwezig ben in mijn eigen zaak. Ik ben dan verwijderd van mezelf en vraag me af waarom mijn leven niet goed loopt. Als ik denk dat ik weet wat het beste voor iemand anders is, wil dat zeggen dat ik buiten mijn eigen zaak ben. Ook al doe ik het uit naam van de liefde, het is toch pure arrogantie, en het levert spanningen, zorgen en angsten op. Weet ik wat goed is voor mij? Alleen dat is mijn zaak. Laat ik daarmee aan de slag gaan, voordat ik probeer jouw problemen op te lossen.’ 

 

Het is niet zo dat gedachten schadelijk zijn, maar onze hechting aan onze gedachten, waardoor we er leed mee kunnen veroorzaken. We klampen ons vast aan een overtuiging, we identificeren ons er zelfs mee, en die zorgt vaak voor herhaling of continuering van het leed. Zodra er sprake is van leed, is het van belang om de daarmee samenhangende gedachten of overtuigingen nader te onderzoeken. Gedachten laten ons vaak in een droom leven, buiten de realiteit. 

 

We zijn vaak slachtoffer van overtuigingen zoals: ‘Het leven is oneerlijk.’ ‘Het is mogelijk om iets mis te lopen.’ ‘Als ik niet lijd, houdt dat in dat ik onverschillig ben.’ ‘Er kan me iets verschrikkelijks overkomen.’ ‘Het is mogelijk om een vergissing te maken.’ Dit soort uitspraken staan onze vrijheid in de weg. Wanneer je het gevoel heb je tegenover anderen te moeten

verdedigen, is er vaak sprake van dergelijke onderliggende overtuigingen, waarop ook de vier vragen en de omkering toegepast kunnen worden. 

 

Het doorbreken van stressvolle en vermoeiende mythes is het doel van the Work. Ware vrijheid is er wanneer er geen gedachten meer zijn die door zichzelf worden misleid. Byron Katie is van mening dat het leven een paradijs is, behalve als we ons hechten aan een verhaal dat we niet hebben onderzocht. 

 

Byron Katie schrijft: ‘Veel mensen kunnen zich hun leven letterlijk niet voorstellen zonder hun verhaal. Ze hebben er geen referentiekader voor. Dus ‘ik weet het niet’ is een veel gegeven antwoord. Anderen antwoorden met: ‘ik zou vrij zijn’, ‘ik zou rust hebben’, ‘ik zou een liefdevoller persoon zijn’ of ‘ik zou dan helder genoeg zijn om de situatie goed te begrijpen en efficiënt te handelen’. Zonder onze verhalen zijn we niet alleen in staat om helder en onbevreesd te handelen, we kunnen ook een vriend zijn, iemand die luistert.’ 

 

Volgens Byron Katie is geluk de natuurlijke staat van iemand die weet dat er niets te weten valt en dat we alles wat we nodig hebben al bezitten, hier en nu. 

 

 

Bron: Byron Katie, Vier vragen die je leven veranderen, uitgeverij Forum